Seizoen zit er (bijna) op voor campinghouders Jan en Manna

Jan en Manna met de poezen Sjoerd en Berend.

De dagen korten steeds sneller, de herfst heeft inmiddels zijn intrede gedaan. Op minicamping De Maar van Jan en Manna Wit staat deze septemberdag nog één caravan. ´Op 1 oktober is het gebeurd en dan gaan we op 1 april weer open´, zegt Jan, terwijl hij met de elektrische heggenschaar de beukenhaag kortwiekt.

2019 was een topjaar voor Jan (72) en Manna (64). ´Het beste seizoen ooit. Er zit een stijgende lijn in het aantal overnachtingen en steeds meer campinggasten zien we terugkomen.´

De Maar is genoemd naar het water achter de woning met camping aan de Eenrumerweg, tussen Baflo en Eenrum. Op het veld is ruimte voor zes caravans en plek zeven is een tentveldje waar veel kanoërs en fietsers een nachtje doorbrengen. In de schuur waar ooit de varkens van boer Kruizenga onderdak hadden, bevinden zich het sanitair, de ontvangstruimte en een tuinhuis met vier bedden.

Ik heb zo´n ding nodig met van die héle grote wielen

Manna: ´We zijn in 2005 begonnen, een boerencamping leek ons altijd al leuk. We kampeerden in Friesland en ontdekten dat het perceel daar niet veel groter was dan bij ons. We besloten het te gaan proberen. We zochten contact met de SVR, Stichting Vrije Recreatie, en zijn direct met ons plan naar de buren gegaan. Die vonden het geen probleem. Daarna gaf de gemeente al snel toestemming en kon Jan aan de slag met de sanitaire voorzieningen.´

De eerste gast – die zich trouwens al voor de opening meldde – zullen ze niet snel vergeten. De camper kwam muurvast te zitten op het terrein. Jan: ´De man kwam naar mij toe. ´Ik heb zo´n ding nodig met van die héle grote wielen´, zei hij. Oh, zei ik, je bedoelt een trekker. Boer Frans Gerbens van even verderop heeft de camper losgetrokken. We hebben direct een verhard pad aangelegd.´

Door hun enthousiasme ben ik het Hogeland nog meer gaan waarderen

Op het kamperen bij de boer komen vooral Nederlanders af, uit alle windstreken. Meestal van middelbare leeftijd en gek op wandelen, fietsen of wadlopen. Het gastenboek loopt over van lof over de camping en de omgeving. ´Ik ben opgegroeid op het Hogeland, maar door het enthousiasme van onze gasten ben ik deze plek nog meer gaan waarderen´, bekent Manna.

Toch komen er ook gezinnen naar De Maar. De Bafloërs vergeten nooit meer een jong stel met kinderen uit het Westland. ´Ze lagen ´s avonds laat naast elkaar voor de tent op luchtbedden en keken al wijzend naar boven. Ze vonden het geweldig om de sterren te zien. Dat missen ze daar door het licht van de tuinbouwkassen.´

Volgend seizoen viert De Maar het derde lustrum. Jan en Manna bekijken van jaar tot jaar of ze doorgaan. ´We beleven nog altijd veel plezier aan de camping, maar we worden ouder en moeten het lichamelijk wel aankunnen. Tot dusverre is dat gelukkig geen probleem.´

Jan snoeit de heg, Manna kijkt toe met Sjoerd.