Monnikenwerk voor Jan Jaap en vrijwilligers in Domies Toen

Jan Jaap bij de beroemde rode beuk.

Jan Jaap Boehlé (61) zit op de grond en wiedt zevenblad en zuring. De aarde laat hij door zijn handen glijden om te voorkomen dat piepkleine wortelresten achterblijven. ´Dán pas kun je tuinieren, anders blijf je eeuwig achter de feiten aanlopen. Het is monnikenwerk, maar als je het niet doet, ben je nog meer tijd kwijt. Dan moet je het één of twee keer per maand doen. Dit scheelt zoveel ellende.´

Jan Jaap is sinds zes jaar de bevlogen beheerder van Domies Toen, de prachtige botanische tuin in Pieterburen, naast de Petruskerk. Publiek kan er het hele jaar door komen, maar de drukte is allang voorbij nu het jaar ten einde loopt.

´Voor wie kan kijken is er altijd wat te zien. De natuur bereidt zich voor op de winter: planten sterven af, bomen verliezen hun blad. Je ziet nog de late bloeiers, zoals diverse soorten asters en een salvia. De eerste bolletjes steken al kop boven de grond. Ik zag al een narcis, maar die gaat pas in februari, maart bloeien. Kijk, die winterbloeiende prunus heeft roze bloemetjes. Je ziet wel een verschuiving door de hogere temperaturen. Normaal weer hebben we niet meer. Vorig jaar vlogen er half februari bijvoorbeeld al hommels, terwijl die normaal rond 11 maart verschijnen.´

Voor wie kan kijken is er altijd wat te zien

Brengt corona een hoop ellende met zich, voor Domies Toen pakte het juist goed uit door de vele toeristen die het Noorden opzochten. ´Dit jaar was niet normaal, we schatten dat we 3000 bezoekers gehad. Normaal zijn het er tussen de 2000 en 2500. Het is moeilijk in te schatten omdat niet iedereen betaalt.´

Ook de nominatie van de rode beuk in Domies Toen voor de verkiezing van Boom van het Jaar droeg bij aan het succesjaar. ´We zijn derde geworden, maar het heeft ons veel publiciteit opgeleverd en bezoekers. Een deel daarvan kwam speciaal voor de boom en vertrok weer. Maar de meeste bezoekers komen toch echt voor de tuin. De atmosfeer vinden ze prettig. De tuin klopt, is in harmonie. Fijn is het om hier even te zitten, uit te blazen en om je heen te kijken.´

Monnikenwerk. Met de hand zeeft Jan Jaap alle grond.

´Onze rode beuk is een mooie, gezonde boom. De waterstand fluctueert te veel, daar maak ik me zorgen om want daar kan de boom slecht tegen. Deze beuk is breed uitgegroeid, de beuken bij veel boerderijen zijn compacter.´
Kijkend naar de 170 jaar oude boom: ´Deze overleef ik niet.´

De Warffumer – die de tuinbouwschool in Frederiksoord volgde en verder autodidact is – is de enige betaalde kracht van Domies Toen. Vrijwilligers helpen hem, vandaag zijn het er twee. ´Op onze groep vrijwilligers moeten we zuinig op zijn. De grijze golf wordt overvraagd door Den Haag, ze moeten overal voor opdraaien.´

´Ik ben hier vier dagen in de week en als er veel te doen is soms zes of zeven dagen. Je werkt veel op je knieën en in een gebogen houding, ergonomisch is het geen goed vak.´

Het gedoe rond de financiering is voorlopig achter de rug, vooral dankzij de inspanningen van het stichtingsbestuur. Tot en met 2021 vindt er geen korting plaats op de gemeentelijke subsidie. En als het aan Jan Jaap ligt wordt er daarna ook niet aan getornd. ´Als tuin zijn we wel wat. Meer mensen dan je denkt beleven er plezier aan. Voor Pieterburen is het ook een belangrijke pijler. We weten nog steeds niet of het zeehondencentrum verhuist.´

Ergonomisch is het geen goed vak

´Toen de kerk in de jaren 60 ophield als godshuis en de pastorie werd gesloopt, was de vraag wat hier zou komen. Omdat de bewoners dure bungalows vreesden, zijn ze in actie gekomen en hebben ze de schouders eronder gezet. Dankzij de bevolking bestaat de tuin dus nog.´

´Vanaf de jaren zeventig is de nadruk steeds meer komen te leggen op inheemse beplanting en stinzenplanten. Dankzij mijn voorganger Klaas van Nierop is het op grond van de prachtige collectie stinzenplanten officieel een botanische tuin geworden. Dat schept verplichtingen. Ze moeten intact blijven, verzorgd en aangevuld worden.´