Kersverse ridder Lub staat met de poten in de klei

Welgeteld 88 kaarsrechte rijen liggen evenwijdig aan de Oosterweg in Den Andel. Vijf daarvan – in totaal 450 strekkende meter – huurt Lub Snijder, die zaterdag met hulp van goede kennis Joke Klompien 80 kilo poters in de ruggen laat verdwijnen.

Lub (´mijn opa heette Lubbertje, dat wilden mijn ouders mij niet aandoen´) heeft een bijzondere week achter de rug. Maandag verraste burgemeester Henk Jan Bolding hem met een telefoontje. Het had Zijne Majesteit de Koning behaagd hem te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

´Ik een lintje en ook nog eens als enige in de gemeente benoemd tot ridder? De eerste dag was ik de weg kwijt. Hoe dan? Waarom ik? Alle mensen doen wel wat, ik ben toch niet bijzonder? Toen ik vrijdag bij de uitreiking op het gemeentehuis de verhalen hoorde van de burgemeester en mensen die mij hadden voorgedragen, begreep ik het iets beter.´

Dat ding bleef maar overgaan

Zijn vrouw Corrie speldde hem de onderscheiding op, dat lukt een burgemeester niet op 1,5 meter afstand. Zij had de mensen van Werken Metzorg (Noorderhoogebrug) ook op het hart gedrukt dat Lub maandag zijn smartphone móest opnemen als er gebeld werd. ´Corrie weet dat ik alleen in pauze de telefoon opneem. Maar maandag bleef dat ding maar overgaan.´

Voor zijn verdiensten voor onder meer de voedselbank, kledingbank Maxima, protestantse kerk, Werken Metzorg en vakbond CNV ontving de Bafloër de onderscheiding.

Een dag later boort ridder Lub (58) met een zestig jaar oude aardappelpoter gaten in de ruggen. Met hulp van Joke denkt hij de aardappelen in vier uurtjes gepoot te hebben. Corrie helpt hem altijd, maar heeft last van haar schouder. ´Twee van de vijf rijen zijn voor Werken Metzorg. In september helpen deelnemers mij bij het rooien, daar leren ze een boel van.´

De 80 kilo pootaardappelen – Bildtstar en Frieslander – leveren hem ongeveer het tienvoudige aan oogst op. ´Beide aardappelsoorten gedijen goed in deze zavelachtige grond. Heerlijke aardappelen worden het. We eten een deel zelf op en de rest geven we weg. Ik heb ze ook weleens aan huis verkocht, maar dat levert te veel gezeur op. Daar wil ik niet mee zitten.´

Lub houdt van deze plek, 200 meter buiten de bebouwde kom van Den Andel. ´Regelmatig ga ik ´s avonds bij mijn aardappelen op een stoeltje zitten met een kopje koffie. Kijken, nadenken en genieten van de stilte en prachtige vergezichten. Af en toe maak ik een praatje met voorbijgangers. Hier is het mooi, mooier dan op vakantie.´

Hij vertelt over zijn ´bizarre´ hobby. ´Ik mag graag kerkhoven bezoeken voor Groninger grafschriften. Vooral op oude stenen staan hele verhalen. Vaak zo mooi dat ik ze fotografeer.´

Sinds vorig jaar zomer is hij naar eigen zeggen aan het ´resetten´, onderzoekt hoe hij zijn werkzame leven het beste een vervolg kan geven.

Lub vertrok vrijwillig met een regeling bij de NS waar hij zijn hele leven had gewerkt. ´Ik doe nu alleen vrijwilligerswerk, ook bij het CNV waar ik altijd landelijk vertrouwenspersoon was voor de NS, nu ben ik dat voor Werken Metzorg.´

Het vakbondswerk ligt hem. ´Ik spreek de taal van de werkvloer en kan die informatie goed overbrengen naar de directie. De ervaring heeft mij geleerd dat de managementlaag onder de top vaak het probleem is en plannen tegenwerkt.´

´Ik houd trouwens van metaforen. Als er bij de vakbond weer eens gesproken wordt over met de poten in de klei denk ik altijd aan mijn aardappelland in Den Andel.´

De Vereniging Onroerend Goed Landarbeiders Baflo/Den Andel is eigenaar van 3 hectare grond aan de Oosterweg. Ze verhuurt driekwart aan Sloots Agri, de rest is voor aardappelteelt door leden. Robert Sloots heeft de ruggen gefreesd, 88 in totaal. Dit jaar hebben 41 leden 1 tot 10 rijen, die keurig zijn voorzien van naambordjes. Alle pootaardappelen dienen door de NAK gekeurd te zijn en per rij zijn maximaal drie rassen toegestaan. De vereniging heeft ook een volkstuinencomplex in Baflo.