Gerard maakt meters op het stoppelveld in Schouwerzijl

Het is een mooi gezicht, Gerard Demkes met zijn metaaldetector speurend naar bodemschatten op het goudkleurige stoppelveld bij Schouwerzijl.

Sinds een jaar of zes is de 57-jarige Winsumer verslingerd aan de hobby. ´Vrij snel nadat ik begon, vond ik klein zilveren muntje uit 1200/1300, een ´geknipte´ hammered coin uit Engeland. Dat halve muntje stelde niet veel voor, maar het virus had me direct te pakken.´

Hij reed vanochtend langs het veld en zag dat de graan geoogst was. ´Je hebt maar een kleine periode waarin je kunt zoeken, de boer zal het land snel gaan bewerken. Met hem heb ik de afspraak dat ik hier mag zoeken. Het is een code onder de zoekers dat je toestemming hebt van de landeigenaar. Het is voor mij een hobby, maar voor de boer is het zijn brood.´

´De metaaldetector haalt een diepte van 20, 25 centimeter, maar de eerste 10 centimeter ben je al kwijt door de stoppels. Als de boer de boel ondergewerkt heeft, kom ik terug.´

´Dit is mijn vijfde detector. Je begint simpel en op den duur ga je naar steeds professioneler materiaal. Dit is mijn beste detector tot dusverre, de Minelab Equinox, een Australisch merk bekend van gouddetectoren. Goud zul je hier niet gauw vinden.´

Twee bijzondere vondsten heeft hij wel op zijn naam staan. Het Rijksmuseum van Oudheden nam die graag van hem over. ´Een gouden kruisje uit de twaalfde, dertiende eeuw en een Byzantijns muntgewicht van 1 uncia. De helft van de opbrengst was voor de boeren.´

Wat hij vandaag tot dusverre heeft vonden, is klein bier. Maar zo gaat het meestal, zegt Gerard. ´Je vindt heel veel troep. Mensen denken dat je direct goud uit de grond haalt. Jammer dan, dat is niet zo.´

´Als je 20 keer het land afstruint, is er één keer wat leuks bij: een muntje, gespje of sluitinkje. Eén keer op de 250 keer vind je een zilveren ringetje, een zilveren muntje. En als je 10.000 keer zoekt tref je één keer iets bijzonders. Je moet meters maken om wat te vinden.´