132-jarige Willem Jacob eindelijk weer eens in Noordpolderzijl

Op een mooie nazomerdag stuurt schipper Tsjerk Hesling Hoekstra zijn zeilklipper Willem Jacob door de vaargeul richting Noordpolderzijl. Vlak voor het zeehaventje keert de Stadjer zijn 26 meter lange schip. En dat is een prachtig gezicht.

´Voor mij is het makkelijker hier te keren dan in de haven vlak voor de sluis´, zegt Tsjerk als hij voet aan vaste wal zet. De operatie is geslaagd, al dreigde de voorkant van de klipper heel even aan de grond te lopen. Zijn schip heeft een diepgang van 1 meter en zo gek veel water staat er niet buiten de geul.

Tien opvarenden telt de Willem Jacob. Zes gasten, een gids van de Waddenvereniging, een kok, een maat en schipper Tsjerk. ´Vanwege de coronamaatregelen mogen we een beperkt aantal mensen meenemen. Normaal kunnen we 24 slaapplekken bieden.´ 

Met de in 1889 gebouwde klipper verkennen ze de komende dagen het oostelijk deel van het wad. Voor de volgende dag staat een excursie naar Rottumeroog gepland, onder leiding van Staatsbosbeheer. In de zomermaanden wordt de Willem Jacob veel gebruikt voor eilandhoppen en dagtochten.

Voor de ervaren en relaxte Tsjerk is het keren een koud kunstje.

Voor Tsjerk is het ´lang geleden´ dat hij op Noorpolderzijl was, maat Thijs Bennebroek was er nog nooit van zijn leven. ´Ik ben nog nooit voorbij de veerdam van Schiermonnikoog geweest.´

De ervaren zeiler uit Rotterdam gaf deze zomer zijn kantoorbaan als restauratiearchitect op om mee te kunnen met Tsjerk. ´Hoe meer ik werkte, hoe minder ik zeilde. Dat moet anders, dacht ik. Ik wil uitzoeken of een combinatie mogelijk is: zomers zeilen en daarbuiten werken als architect. Dat zou perfect zijn.´

Operatie geslaagd.