In zijn paradijsje achter de oude fabriek voelt Jos zich thuis

Jos voor zijn verblijf, voor de grap zet hij een kraai op zijn hoofd. Voor een kwartje gekocht bij de kringloop.

Achter de vroegere draineerbuizenfabriek tussen Winsum en Onderdendam is kunstenaar Jos Stroosma in zijn element. ´Dit is mijn buitenverblijf.´

Hij heeft er een houten huisje gebouwd, atelier, torentje en schuurtjes. Plantte groen en legde vijvers en een eilandje aan.

Jos woont in de stad, in de Zeeheldenbuurt. Als vervoermiddel naar Ringoven dient zijn opvallende, driewielige Reliant Rialto. Zo ook deze woensdagmiddag, eind 2021.

Direct maar een rondleiding over het terrein. ´Het is een beetje een zootje. Ik ben dit jaar niet op mijn best, wrakhout. Heb enorm veel last van hooikoorts en astma. Daardoor ziet het er verwaarloosd uit. Er moet nodig gesnoeid worden… maar nu niet.´

De kunstenaar bij zijn torentje.

Hij wijst naar een kersenboom. ´Elk jaar zit-ie afgeladen vol en steeds lukt het mij niet om er op tijd bij te zijn. Spreeuwen vreten in een halve dag de boom leeg. Een paar pitten aan een draadje laten ze voor mij achter.´

´Soms geef ik mijn buurman een paar kratjes bier en zaagt hij wat bomen om. Een jonge vent van 28. Ik ben 76, dan merk je dat het allemaal niet meer zo vlot gaat. Als ik jonger was geweest, had ik hier best permanent willen wonen. Zo nu en dan ben ik hier. Dan woon ik hier een week en ben met allerlei dingen bezig.´

Zijn torentje staat op een heuveltje, 4,5 meter boven het maaiveld. Het uitzicht richting de stad is geweldig. ´Hier eet en teken ik. Er moet nog een houten vloer in, het loopt een beetje scheef af doordat hiernaast een sloot is gegraven. ´s Nachts huizen er vogeltjes in het torentje, daarvoor heb ik ruimte opengelaten.´

Terug in zijn huisje haalt Jos een fotoboek tevoorschijn. Foto´s laten een kale ruimte zien achter de voormalige fabriek. ´In 1986 ben ik hier met mijn vriendin gekomen. Er was geen boom te bekennen. Het eerste wat we gedaan hebben is boompjes en struiken planten.´

Jos Stroosma, kunstenaar uit passie, is een geboren en getogen Leeuwarder. Woonde in de hippietijd in Adorp. Als fervent aanhanger van de CPN was hij ooit de chauffeur van de Groningse communistenleider Fré Meis. En ik maakte deel uit van het kunstenaarscollectief dat de propaganda verzorgde.´

´Eerst was ik werkzaam ik in het bedrijfsleven, ik ben bouwkundige en wilde graag geld verdienen. Ik kwam er al snel achter dat dat ook niet alles is. ´s Avonds volgde ik de opleiding aan Academie Minerva. Op mijn dertigste ben ik afgestudeerd.´

Ben met een gouden kont geboren

´Ik kom uit een kunstenaarsfamilie. Mijn vader tekende en schilderde, mijn broer ook. Mijn vader heeft in mei 1940 tegen de Duitsers gevochten en zwaar onder vuur gelegen. Nadat hij uit krijgsgevangenschap kwam, heeft hij nooit meer een potlood aangeraakt of geschilderd. Hij was zwaar getraumatiseerd. Tegenwoordig noemen ze dat PTTS.´

´Ik ben beeldhouwer, ben een echte hakker. Het liefst in steen. In Leeuwarden kwam ik als kwajongen al graag bij een man die grafstenen hakte. Zelf heb ik later ook een aantal grafmonumenten gemaakt, soms met een mooi gedicht, één keer heb ik het gezicht van de overledene erin gebeiteld. ´

´Om gegarandeerd te zijn van een basisinkomen heb ik altijd lesgegeven, op basisscholen en in buurthuizen. De rest van de tijd kon ik dan mijn eigen dingen doen.´

´Ik ben met een gouden kont geboren. Leuke banen kwamen zo aanwaaien. Als zestiger heb ik nog 4,5 jaar bij de sociale dienst in Groningen gewerkt, pr en organisatie. Als twintiger bij het ministerie van Onderwijs. Voor collega´s die vertrokken, mocht ik stripverhalen tekenen. Er gingen tientallen met pensoen. Bijzonder was ook het jaar dat ik op de faculteit Godsgeleerdheid van de RUG werkte, als communist en niet-christelijk opgevoed.´

Een aantal van zijn beeldhouwwerken staan in zijn beeldentuin: Tuin der vreugden. In de rijkskunstcollectie zijn elf werken van hem opgenomen. Kunstpunt Groningen leent werk van hem uit.

De zeventiger beeldhouwt nog en doet vrijwilligerswerk. In het Taalcafé van Humanitas leert hij buitenlandse studenten en asielzoekers Nederlands. Ook ging hij veel op vriendschappelijk huisbezoek bij eenzame ouderen. Die activiteit staat op een laag pitje.

Even terug naar zijn rode wagentje uit 1986. ´Het is eigenlijk een motorfiets met zijspan, kijk maar naar het motorkenteken. Als ik voor het stoplicht sta in Groningen stappen mensen uit hun auto om een foto te maken. Datzelfde gebeurt op parkeerplaatsen.´

De rode personenwagen is van Koos de Jong geweest. ´Dertig jaar waren we bevriend, vanaf het moment dat hij met zijn tjalk – illegaal – op Schaphalsterzijl kwam te liggen. We waren net een paar getrouwde oude mensen die voortdurend aan het kibbelen waren. Samen met anderen hebben we de Historische Vereniging Winsum-Obergum opgericht. Helaas is Koos vier jaar geleden overleden.´

´Koos was een bijzondere man. Je hebt het Orakel van Delphi, Koos was het Orakel van het Scheepvaartmuseum. Als iemand iets van een schip of werf wilde weten, Koos wist het.´