En zo werd Eddy toch nog een klein beetje kroegbaas…

Eddy van Dijken (65) wilde zijn ouders Roelf en Pie niet opvolgen als caféhouder. Maar 35 jaar later siert een privé-barretje zijn veranda in Winsum. ´Zo ben ik toch een beetje kroegbaas geworden.´

Ze zagen in Limburg het barretje te koop staan. ´Wea (Wiering) zei: die past mooi onder onze veranda, jij zou dat als caféhouderszoon toch erg leuk moeten vinden. Ze had helemaal gelijk en we besloten het te kopen. Een geweldig idee toch?´

´We zitten hier heel vaak, de wintermaanden uitgezonderd. Het is voor mij ook een mancave. Met een paar jongens gezellig een biertje drinken.´

Zijn ´kroegje´ heeft Eddy aangekleed met onder meer oude attributen uit het café dat zijn ouders tot 1988 hadden. ´Het is een combinatie van oud en nieuw. Zo´n prijsbord hing in onze cafetaria, maar dit is niet het origineel.´

Evert en Hendrikje van Dijken, de opa en oma van Eddy, verhuisden in de jaren 20 van de vorige eeuw van Pieterzijl naar de Oosterstraat in Winsum (Obergum) om er een café te beginnen. Vlak voor de oorlog kochten ze café Westerdijk, op de hoek van de Onderdendamsterweg en Hoofdstraat Obergum. Rond 1960 namen Roelf en Pie het stokje van hen over.

Café Van Dijken in de jaren 70. De foto hangt achter het barretje.

´Mijn vader was brood- en banketbakker in Groningen, daar had hij zijn bijnaam Bakker aan te danken. In de stad doken overal cafetaria´s met automatieken op. Dat wilde hij ook in Winsum en dan in combinatie met het café. Onze automatiek was een van de eerste op het platteland. Als jochie van misschien 2 mocht ik hem officieel openen. Hoe zeg je dat? Ik heb er geen actieve herinnering aan. Ik weet het van foto´s en overlevering.´

Eddy mag als peuter de cafetaria met automatiek van zijn ouders officieel openen.

Zijn vader bemoeide zich met het café, zijn moeder met de cafetaria, waarbij aangetekend dat Roelf veel producten die verkrijgbaar waren in de automatiek zelf maakte. ´Iemand die voor een bakje patat kwam, moest op het belletje naast het grote luik drukken. We hoefden dus niet constant in de cafetaria aanwezig te zijn.´

Want Eddy en zijn twee jongere zussen werden als kinderen van zelfstandige ondernemers geacht mee te helpen. ´Vanaf mijn achtste deed ik al de ijsverkoop. Tussen café en cafetaria zat een ruimte met een luikje voor ijsverkoop. Later hielp ik mee in de cafetaria en vanaf mijn 18de in het café. Na mijn havo-tijd heb ik anderhalf jaar volledig meegedraaid toen mijn moeder ziek was. Uiteindelijk hebben mijn ouders hun zaak in 1988 verkocht aan twee Italianen. Mijn vader overleed in 2002, mijn moeder in 2012.´

Zelf kroegbaas worden zag Eddy niet zitten. Hij heeft altijd in de verzekeringen en in de financiële dienstverlening gezeten, waarvan de 36 jaar voor zijn vroegpensionering bij de Rabobank.

´In de horeca ben je vrijwel altijd aan het werk. Ik ben niet te beroerd om te werken, maar houd ook van vrije tijd, voor mijn hobby´s en vrijwilligerswerk. Wea is werkzaam in de zorg, dat is haar lust en haar leven. Ik had het dus alleen moeten doen, eventueel met personeel. Ten slotte is kroegbaas zijn tricky. Ik kende caféhouders die zelf veel te graag een borreltje of biertje lustten.´

Het café van Eddy´s opa en oma aan de Oosterstraat, rond 1933. Zondags kwamen er veel Winsumers naar dit café in Obergum. Andersom gingen veel mensen uit Obergum naar café Haverkamp in Winsum. Liever wilden ze in hun eigen dorp op de dag des Heren niet gezien worden in de kroeg. De Jeneverbrug, het voetgangersbruggetje tussen Winsum en Obergum, heeft er zijn naam aan te danken.

´Mijn vader dronk nooit tijdens zijn werk. Twee glazen 7Up met een scheutje Beerenburg na sluiting was elke avond vaste prik. Ik wist dat ik nooit zo´n caféhouder zou kunnen zijn, daarvoor lust ik te graag een biertje. Ik zit liever aan de andere kant van de bar. Of thuis achter mijn barretje onder de veranda. ´

Eén keer dreigde Roelf zijn principe overboord te gooien. ´Op een snikhete dag bestelde een klant vier biertjes. Vief biertjes verstond mijn vader in het rumoer. Hij vond het zonde om het extra biertje weg te spoelen en zette het glas aan zijn mond. Een vaste bezoeker sloeg daar direct op aan. Wat is dit nou Bakker? Dit heb ik nog nooit gezien! Mijn vader voelde zich betrapt en kreeg een vuurrood hoofd. Hij gooide het biertje weg en heeft nooit meer een poging gewaagd.´

Een mooie plek voor een barretje. Rechts is nog een stukje van de Obergummer kerk te zien.